In mijn vorige blog schreef ik over emotionele onvolwassenheid. Lindsay C. Gibson onderscheidt vier verschillende vormen en vandaag neem ik jullie mee in de wereld van de “Emotionele ouder”.
“Emotionele ouder” worden geleid door hun emoties. Zij ervaren grote schommelingen in hun gemoedstoestand: hoge pieken en diepe dalen. Het ene moment zijn ze over-betrokken, het andere moment zijn ze teruggetrokken. Hierdoor is er sprake van inconsistentie in hun gedrag. Als kind is het verrassend en onvoorspelbaar hoe de pet van deze ouder van moment tot moment staat. De ouder is met zichzelf ingenomen en daardoor (grotendeels) onbeschikbaar voor de behoeften van het kind.
Kenmerkend voor deze ouders is instabiliteit en onvoorspelbaarheid op emotioneel vlak; zij hebben het onvermogen om hun emoties te reguleren. Dat betekent dat zij buiten proportie reageren op gebeurtenissen die je als volwassene makkelijk aankunt als je aanwezig blijft in de situatie en het overzicht houdt. Echter, zij worden dermate overvallen door hun emoties dat ze het overzicht kwijt raken en de situatie niet als volwassene benaderen. Op zo een moment worden ze één met hun emoties en gaan ze daarin op.
Als zij tegenslagen ervaren dan gedragen ze zich alsof het einde van de wereld nadert: drama, pessimisme en catastrofale scenario’s nemen de overhand. Zij laten zich dermate meeslepen door hun emoties dat ze het contact met de realiteit en de feitelijkheden verliezen. Voor een kind kan het behoorlijk beangstigend zijn als een ouder zich zo gedraagt. Zulke ouders zien anderen (en geregeld dus ook hun kind) als hun redders: als een ander ze helpt hetzij door het probleem voor ze op te lossen, hetzij door te helpen relativeren of anders, dan worden ze gered. Als anderen niet beschikbaar zijn om hun te redden dan voelen ze zich in de steek gelaten en neigen ze naar slachtofferschap en hulpeloosheid. Wanneer emotionele ouders een inzinking hebben, dan sleuren ze hun kind(eren) daarin mee. Kinderen voelen hun wanhoop en boosheid in alle intensiteit.
Zoals je leest gedragen “emotionele ouders” zich vrij kinderlijk en je zou kunnen zeggen dat zij de meest kinderachtige zijn van de vier types emotioneel onvolwassen ouders.
In de omgang wekken ze de indruk dat er naar ze moet worden uitgekeken en dat er met beleid met ze moet worden omgegaan. Je wilt namelijk niet dat ze boos worden of geraakt. Vaak hebben de andere gezinsleden het gevoel dat ze op eieren lopen. Zo ontstaat er ook een wisselwerking dat de andere gezinsleden het gedrag faciliteren door veel rekening met de “emotionele ouder” te houden en door zich daaraan te conformeren. Als kind pas je je ook aan omdat je niets liever wilt dan jouw ouder gelukkig te zien.
Veel voorkomend gedrag van “emotionele ouders” is dat zij de wereld als zwart/wit zien, ze voelen zich rancuneus naar de buitenwereld en proberen anderen te controleren met emotionele tactieken. Door hun fluctuerende gemoedstoestand en reactiviteit komen ze onbetrouwbaar en intimiderend over. Hun impulsiviteit komt vooral tot uiting binnenshuis. Opgroeien met een “emotionele ouder” betekent al vroeg leren inschatten hoe je je het beste, - op dat moment - kunt gedragen en wat er nodig is. Kinderen ontwikkelen een bepaalde gevoeligheid hiervoor en worden hyperalert voor andermans gevoelens, gemoedstoestanden en verplaatsen hun focus op de ander. Dit leidt tot vertroebeling van de eigen identiteit en wensen.
Er zijn natuurlijk verschillende gradaties, maar je zou kunnen zeggen dat ouders die aan het einde van het spectrum zitten, mentaal ziek zijn en er kunnen persoonlijkheidsstoornissen zoals narcisme, psychotisch of borderline een rol spelen. Zij kunnen dan ook dreigen met zelfmoord, wat zeer beangstigend is voor kinderen.
Voor volwassen kinderen van een “emotionele ouder” is het belangrijk om te leren dat het gedrag van die ouder ongezond is en geen maatstaf, dat kinderen geen verlengstuk zijn van hun ouders of hun emoties en dat kinderen niet verantwoordelijkheid voor de fluctuaties in gemoedstoestand van de ouder. Er komt dan een proces op gang van separatie en begrenzing. Ik sluit af met een voorbeeld van hoe een “emotionele ouder” zich kan gedragen:
Een 40 jarige dochter ligt met griep op bed in haar eigen woning. Moeder raakt ongerust en belt dochterlief wel 5x per dag op. Ze wilt ook langskomen, wat de dochter afhoudt en voor de zekerheid doet ze de dievenklauw op de deur. Na een paar dagen vindt moeder dat het genoeg is geweest met ziek zijn en gaat naar de woning om haar dochter uit bed te halen. Echter ze kan de woning niet in. Dochter hoort niets meer van moeder en focust zich op herstel. Later confronteert ze haar moeder met haar overbetrokkenheid waarop moeder de slachtofferrol aanneemt.
Aanvankelijk lijkt moeder ‘gewoon’ een bezorgde moeder; de mate waarin is echter opmerkelijk voor een griep. Ook negeert ze de begrenzing die haar volwassen dochter stelt. De overbetrokkenheid gevolgd door een terugtrek-reactie geeft aan dat moeder zélf de behoefte had om gerustgesteld te worden en controle wilde houden. De behoefte van dochter om haar focus op haar herstel te richten wordt voor moeder secundair. Kortom, de moeder wilt geruststelling halen bij dochter in plaats van een hulpbron te zijn in haar herstel.